‘Hij haalt lachend het bloed onder je nagels vandaan’
Luuk de Jong heeft in zijn loopbaan tegen de nodige grote spelers gespeeld. Zo ook tegen de Braziliaan Lucio en Italiaan Giorgio Chiellini. Dat zijn twee spelers die hij zich nog erg goed voor de geest kan halen.
“Ik was 20 jaar, dacht dat ik best leuk bezig was als spits. Tot we in de eerste poulewedstrijd tegen Inter speelden en ik tegenover Lucio stond”, vertelt De Jong bij het Algemeen Dagblad. Een ontgroening in de bovenste regionen van het topvoetbal. ,,Een les in topvoetbal van een ‘moordenaar’, zo voelde het.’’
Hij herinnert zich nog veel: “Hoe hij je probeerde te irriteren, hoe we allebei een sliding maakten en hij er dan nét iets harder inging dan nodig. Het was in alles een masterclass. En hoewel beenhard, was Lucio wel fair”, vertelt de spits.
Giorgio Chiellini is ook een verdediger die hem is bijgebleven. “Ik was toen tien jaar ouder, op mijn 30ste, tegen Giorgio Chiellini. We speelden met Oranje een interland in Bergamo tegen Italië. Toen dacht ik ook: wat gebeurt hier nou? Maar dan op een andere manier.”
“Chiellini haalt lachend het bloed onder je nagels vandaan, maar op een manier dat je zelf óók geregeld moet lachen in het veld. Omdat je haast niet kunt geloven hoe hij alles en iedereen bespeelt. Zo geraffineerd. Hij houdt jou vast, jij geeft een klein duwtje terug, en hij draait het zo dat de scheidsrechter alleen ziet wat jij doet”, vertelt de jong vol bewondering.
“We waren bij die interland een avond lang aan het worstelen, aan het bakkeleien en na afloop kwam Chiellini naar me toe. Ik dacht, wat komt er nu nog? Gaf-ie me een dikke knuffel en liet oprecht merken: Ik heb genoten van ons gevecht, bedankt! En ja, achteraf geldt dat eigenlijk ook voor mij, vreemd genoeg”, besluit de Jong.